Bij het horen van de naam Lesotho moesten wij toch even de atlas open slaan. Daarin konden we zien dat volledig omgeven door Zuid-Afrika, het koninkrijk van de Basotho mensen ligt. Hoog in de lucht en een wereld van verschil met zijn rumoerige grote broer.
Uit verschillende kleine stammen die samen vochten, onder de nu legendarische ‘King Moshoeshoe’, tegen de oprukkende blanken ontstond het koninkrijk Lesotho. Overal stond te lezen dat dit land één van de meest onderschatte reisbestemmingen ter wereld is en wij nemen met plezier de proef op de som!
Exit Zuid-Afrika via de Sani Pass
Na een maand langs de zuidkust van Zuid-Afrika te toeren laten we onze huurauto achter in Durban en zetten onze reis verder richting Lesotho. Met een vriend liften we vanuit Durban mee tot Pietermaritzburg, hier namen we een taxibus (100R p.p.) tot aan Himeville en van daaruit was het nog een twintigtal kilometers liften tot de Sani Pass.
Aangezien de avond al aan het vallen was mochten we overnachten bij Mr. Themba, die ons juist van de baan geplukt had. Hij was recent overgeplaatst vanuit Johannesburg naar Himeville en omdat zijn familie nog in eerstgenoemde verbleef was zijn eenzaamheid en nood aan sociaal contact groot. We praten gedirigeerd door ‘craft beer’ en whiskey door tot in de late uurtjes.
De volgende ochtend staan we al vlug aan de voet van de Sani Pass, Zuidelijk-Afrika’s hoogste en meest tot de verbeelding sprekende bergpas. De weg baande zich, als een slang, doorheen het Drakensberg gebergte en verbaasde ons om elke hoek met prachtige verzichten.
We krijgen een lift in de achterbak van een Toyota 4×4, die ook het personeel van de grenspost naar boven bracht. Vijf minuten later staat er (voor de derde keer) een Zuid-Afrikaanse exit stempel in ons paspoort en beginnen we aan een zware wandeling van acht kilmeter tot aan de grens van Lesotho.
Via de Sani Pass naar de Sani Top
Drie kilometer verder zaten we al met onze kont in het zand te hijgen en te zweten en onszelf te vervloeken. Gelukkig reden er niet veel later enkele toeristen met hun gids langs ons en mochten we de laatste kilometers mee rijden.
Ze labelen als toeristen was het verkeerde woord voor Anne & Terry, die op hun gezegende leeftijd (late zeventigers) nog gezapig reisden rond de wereld. Ook de gids Rodger moest met zijn verhalen niet onderdoen, hij was recent vader geworden op zestigjarige leeftijd. Daar proosten we iets later ruimschoots op in de Sani lodge (waarover straks meer).
De weg veranderde in die laatste kilometers van slecht naar waardeloos tot abominabel. Enkel 4×4 auto’s en deze best met een ervaren chauffeur waren opgewassen tegen deze klim.
Gelukkig waren de uitzichten over het Drakensberg gebergte al dit afzien dubbel en dik waard. De vallei was als een groene oase na de vele regen van de afgelopen weken en de bijna wolkenloze hemel gaf ons de mogelijkheid de volledige vallei te bewonderen.
Koninkrijk in de wolken
Via de Sani Pass komen we aan bij de grenspost met Lesotho en krijgen we, van een politieagent met de meest vriendelijke glimlach, een stempel geldig voor één maand in ons paspoort.
Juist naast de grenspost ligt de Sani Lodge, die zich trots maakt Afrika’s hoogst gelegen pub te zijn. Indien dit klopt of niet nemen we met een korrel zout. Belangrijker was het lokaal gebrouwen Maluti bier en samen toasten we op de jonggeborene van ‘onze gids’.
We slaan ons kamp op in deze Sani Lodge met het idee om de volgende dagen de omringende bergen te beklimmen en te genieten van de rust, het simpel leven en het uitgestrekte landschap.